Dynamische Waddendelta Weekbericht #5

Dynamische Waddendelta Weekbericht #5

Landschapsjournalist Mark Hendriks reisde in de maand september langs de Waddenkust om verslag te doen van een aantal activiteiten van o.a. de PANORAMA-lijn van de Landschapstriënnale 2023 – Dynamische Waddendelta. In dit vijfde en laatste weekbericht: het Waddencafé over havensteden en het Waddensymposium dat de afsluiting vormde van deze editie van de Landschapstriënnale.

Tim wil visser worden, net als zijn ooms, opa en broer. Ondanks de vele tegenslagen waarmee de visserij te kampen heeft: visgebieden worden kleiner, brandstof duurder en duurzaamheidseisen strenger. Tim ziet namelijk perspectief. Hij weet hoe zijn ooms hun kotters ombouwen en verduurzamen. ‘Met nieuwe vistechnieken zie ik mezelf straks de zeeën bevaren.’

Levendigheid
Tim deed zijn verhaal tijdens de laatste van vier jongerencafés die tijdens de Landschapstriënnale gehouden zijn. Dit keer in Den Helder, in theater De Kampanje op de oude rijkswerf Willemsoord. Net als vorige keer in Warffum klinkt in het verhaal van Tim optimisme door, ondanks de complexe en op het oog onoplosbare problemen. Kwamen de jongeren vorige keer met verrassende ideeën voor de  woningnood – ‘Geef ons een plek waar we kunnen experimenteren met nieuwe woonvormen’ –, deze avond spraken ze frank en vrij over hoe de levendigheid in de Helderse haven kan terugkeren. Bijvoorbeeld door havenactiviteiten zichtbaar te maken voor bewoners en bezoekers. Of door de van oudsher sterke relatie tussen de marinekazerne en het stadscentrum nieuw leven in te blazen.

Waddensymposium
Een dag later tijdens het slotsymposium Dynamische Waddendelta in de Grote Kerk van Harlingen – waarvoor de triënnale samenwerkte met de Waddenacademie – benadrukte Sara Koek het belang om jongeren aan het woord te laten. ‘Ze hebben liefde voor dit gebied, maar maken zich ook zorgen’, vertelde de oprichter van het Jongerennetwerk Wadden aan dagvoorzitter Tracy Metz. ‘Tegelijkertijd hebben ze geen stem in de besluitvorming en lopen ze vast in het beleid en tegen vastgeroeste opvattingen. Als het gaat om klimaat, om de potentie van lege gebouwen, om havenvernieuwing, om wonen.’

Experimenten
Het is een geluid dat die dag al eerder klonk. En niet van zomaar iemand. In de ochtend betoogde rijksadviseur Jannemarie de Jonge dat in het denken over de Waddenkust in 2100 we niet om de belangen van komende generaties heen kunnen. Zelf had ze weken eerder de daad bij het woord gevoegd door in haar toekomstatelier samen te werken met jonge ontwerpers (ze zijn midden dertig) uit de regio. Deze landschapsarchitecten – Berte Daan, Lieke de Jong en Jonas Papenborg – riepen vanaf de kansel op om te stoppen met de ‘accountantsnatuur’ en het beleidsmatige keurslijf waarin het landschap gevangen zit. Het is tijd voor experimenten, voor loslaten en ruimte geven aan de natuurlijke processen die het Waddengebied eeuwenlang gekenmerkt hebben.

Regeneratieve principes
Die oproep werd door het publiek omarmd – dat bleek wel uit de manier waarop de aanwezigen reageerden op de stellingen die de ontwerpers samen met voorzitter van de programmaraad Eric Luiten hadden geformuleerd. Steeds kon gekozen worden tussen of een antwoord in de lijn van de gangbare praktijk (zeg maar business as usual), of een antwoord volgens de filosofie van loslaten en uitproberen. Die laatste categorie kreeg opvallend genoeg keer op keer de voorkeur. Zo kozen de meeste mensen met betrekking tot de landbouw voor de variant met ‘regeneratieve principes, ondersteund door landschapsontwikkeling ten behoeve van bodemvorming en ecologisch evenwicht’. Voor natuur stelde de zaal ‘de processen van natuurlijke dynamiek centraal met nog ongewisse kwaliteiten’. En zelfs de cruciale vaarverbinding naar Ameland bleek niet heilig – de aanwezigen gingen voor ‘andere mogelijkheden om op Ameland te komen dan via een voortdurend uit te baggeren vaargeul’. Het idee om jaarlijks een procent ‘ontregelde en onbestemde’ gronden aan te wijzen voor landschappelijke experimenten leidde tot de meeste discussie – maar ook hierbij hadden de voorstanders een kleine meerderheid.

Dijk doorsteken
Nu en dan klonken andere geluiden. Zo wilde een aanwezige weten of de ontwerpers zich bewust zijn van de implicaties die bijvoorbeeld het sluiten van de vaargeul heeft voor de Amelandse gemeenschap. De ontwerpers knikten van ja, maar gaven ook aan dat dit precies is wat ze willen blootleggen. ‘Het gaat te vaak over de consequenties nu en amper over de consequenties later.’ En een oudere heer had met verbazing om zich heen gekeken. ‘Zijn jullie gek geworden? Weten jullie wel wat het betekent om de zee weer de ruimte te geven? Ik ben geboren onder aan de dijk en wij zeiden altijd: geen dijk, geen land, geen leven.’ Het is een sentiment dat niet veronachtzaamd mag worden, maar het landschap van deze meneer is net zo goed het landschap van Lieke, Jonas en Berte, van Tim en Sara. Wat als zij de natuurlijke dynamiek wel vrij spel willen geven? Wat als zij het wel aandurven om de dijk door te steken? Of zoals Lieke de Jong, zelf woonachtig in De Marne, al eens zei: ‘Doe maar en laat ons spartelen.’

Duurzamer en donkerder
Ook in het slotgesprek met de drie provincies en de vereniging van Waddenzeegemeenten vond de oproep nog weinig weerklank. Toen gespreksleider Metz vroeg of binnen de dichtheid aan ambities, regels en afspraken ruimte kon worden gemaakt voor experimenten op ‘onbestemde en ongeregelde gronden’, volgden behoedzame antwoorden over ‘meer samenwerken’ en ‘andere kaders stellen’.

Vervolgens stond in de zaal Klaas Laansma op. Volgens hem zijn overal langs de Waddenkust al experimenten gaande. Zoals in de haven van Lauwersoog, waar ondernemers samen uitvogelen hoe de haven duurzamer en donkerder kan worden. ‘Hier geen programma, geen afspraken of kaders’, sprak Laansma. Hij wendde zich tot de gedeputeerden op het podium: ‘Geef ons vertrouwen, durf zulke dingen uit handen te geven.’

Deel dit bericht